Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik heb u tot [20]tien duizend, als het gewas des velds, gemaakt; en gij zijt gegroeid, en groot geworden, en zijt gekomen tot [21]grote sierlijkheid; [uw] borsten zijn vast geworden, en uw haar is gewassen, doch gij waart [22]naakt en bloot. 20. Dat is, tot een zeer grote menigte. Zie Ex.1:7, en Ex.12:37. Een zeker getal voor een onzeker. 21. Hebreeuws, tot een sierlijkheid de sierlijkheden; dat is, tot zeer grote of de allermeeste frisheid. Zie van deze manier van spreken, Lev.2:3. Versta dit van een geestelijke sierlijkheid en frisheid, welker oorzaak zie Deut.7:7,8, en is vervolgens voortgekomen uit de eerste weldaad hier vermeld, begrepen in de belofte des levens, boven vs.6. 22. Hebreeuws, naaktheid. Versta, de beroving der oorspronkelijke gerechtigheid en de ledigheid van al het zaligmakend goed. Zie van de geestelijke naaktheid ook Openb.3:17.